In Pop up Europa bieden we het verhaal van Europa aan voor leerlingen uit het eerste, tweede en derde leerjaar. Een professionele sprookjesvertelster brengt de mythe van “Europa en de stier” hierbij op kindermaat. Dit verhaal is een samensmelting van de Griekse mythe over Europa en een verrassend ‘kettingsprookje’, bedacht door sprookjesvertelsters Kristine Marteleur en Mia Verbeelen. Naar aanleiding van wereldverteldag legden wij sprookjesvertelster Mia Verbeelen op de rooster over het verhaal, hoe het tot stand kwam en hoe de kinderen dit ervaren.
Hoe kwam het verhaal van Europa tot stand?
Het verhaal van Europa tot stand laten komen was niet altijd even simpel. Het echte verhaal van Europa is namelijk vrij gewelddadig en niet meteen voor kinderen weggelegd. Het was dan onze taak om de schoonheid van het verhaal te gebruiken om daar een mooi kinderverhaal aan vast te haken. Wij hebben het verhaal ‘Prinses Europa, op zoek naar het Avondland’ genoemd. Als ik het verhaal kort zou moeten samenvatten zou dit als volgt gaan:
Lang geleden, in een ver land wordt een prinsesje geboren. Ze krijgt de naam ‘Europa’, maar iedereen noemt haar ‘prinses’.
Fee (Venus) voorspelt dat ze later een gevaarlijke reis zal maken op de rug van een edel dier en dat ze koningin zal worden van een werelddeel dat naar haar genoemd zal worden.
En zo gebeurt het. Op een dag ontmoet ze een Witte Stier die haar meeneemt op zijn rug, door de woeste golven van de zee, naar het Avondland. Daar ziet ze een ster vallen en ze besluit er naar op zoek te gaan.
De Witte Stier brengt haar van het ene land naar het andere, waar ze steeds nieuwe mensen ontmoet, nieuwe landschappen ontdekt en nieuwe talen hoort spreken.
Wanneer ze de ster uiteindelijk gevonden heeft, weeft de Fee een hemelsblauwe jurk voor Europa, versierd met gouden sterren.
Dit is uiteindelijk het verhaal van Europa in een notendop uitgelegd. We proberen het mythologisch verhaal vooral te koppelen aan een kleinkinderverhaal zodat het verhaal duidelijk overkomt bij onze luisteraars.
Hoe vind je het zelf om dit verhaal te vertellen?
Ik vind het zelf een heel leuk verhaal om te brengen. Ik heb samen met mijn collega Kristine Marteleur dit verhaal ontwikkeld. We stelden ons hier voornamelijk de vraag van hoe we deze mythe voor een stukje konden meegeven aan de kinderen. Het was heel leuk om dit voor te bereiden en dan hebben we het een paar keer in de bibliotheken in Mol voorgebracht. We wilden dit vorig jaar nog enkele keren brengen maar door corona kon dit even niet. Zo hebben we eens een livestream gedaan in scholen en dat ik van thuis uit het verhaal heb verteld en dat ook wel leuk. Het is anders dan het live te brengen maar het was een heel fijn alternatief en de kinderen vonden het ook echt heel leuk.
We merken ook echt dat het verhaal van Europa echt wel werkt bij de kinderen. Het is uiteraard moeilijk om in te schatten wat ze hier allemaal van meekrijgen maar toch zet het een soort bewustwording in gang door de reis die we in het verhaal nemen. Bijvoorbeeld dat een prinsesje haar naam geeft aan dat hele grote land waar allemaal verschillende mensen wonen, dat zet wel echt iets in gang. Het kan de leerkrachten ook in gang zetten om bijvoorbeeld aan de kinderen een wereldkaart te laten zien of de kaart van Europa want kinderen van het 1e en 2e leerjaar zijn zich nog niet bewust van geografische gegevens dus ook dat kan heel interessant zijn voor hen. Wij gebruiken zelf ook attributen. Wanneer we vertellen dat het prinsesje een bloemenkrans vinden in de weide zorgen we ook voor een bloemenkrans. We gebruiken ook een tafel wat een geruite tafelkleed op staat met een pizza daarop wanneer we Italië voorstellen en als we later Frankrijk zien wordt er een appeltaart op de tafel gezet dus het verhaal wordt met attributen ook aanschouwelijk gemaakt. Op het eind hebben we ook een heel groot blauw doek waar sterren op staan en zetten we alle kinderen rond dat doek en laten we dit wapperen want dat is ook een beleving voor die kinderen en dat werkt ook allemaal echt.
Wat is de reactie van de kinderen op dit verhaal?
Verhalen hebben echt wel een soort magie bij kinderen. Ze zitten echt letterlijk op het puntje van hun stoel met hun mond open te kijken en te luisteren. Ze gaan in hun verbeelding mee op reis dus het is anders dan voorlezen want dan zit er een boek tussen. Wij als vertellers hebben echt veel interactie met de kinderen, eerst en vooral oogcontact. Ook aan de fysiek van kinderen kan je zien wanneer ze geboeid zijn. Als ze bijvoorbeeld veel beginnen wiebelen zijn ze hun concentratie wat aan het verliezen. Als ik dan zo’n kind opmerk dat minder geboeid lijkt kan ik iets dichterbij gaan en het kind in kwestie even mee in het verhaal te betrekken of zijn handje vast te houden. Dan kun je als verteller allemaal doen en dat helpt echt om kinderen bij het verhaal te houden.
Ik heb ook jarenlang als sprookjesverteller gewerkt in het Rivierenhof in Deurne en daar komen klassen op bezoek en de leerkrachten zijn vaak verbaasd dat die kinderen zo lang geboeid kunnen blijven. Dit is vooral omdat de verhalen echt tot kinderen hun verbeelding spreken en dat je ze kunt vasthouden met een goed uitgewerkte verhaallijn. Vaak zeggen kinderen achteraf nog: “Dit zouden ze op tv moeten spelen”, dat wilt dus zeggen dat de kinderen wel naar programma’s op tv kijken maar zonder dat ze echt geboeid zijn door een verhaal. Het zegt wel iets over de kinderen want het komt erop neer dat ze eigenlijk meer van deze verhalen willen zien of horen dus dat is de kracht van het brengen van verhalen.
Wat maakt het leuk om dit verhaal te vertellen?
Ik ben al sinds 1992 bezig met verhalen te vertellen, eerst als hobby en daarna als beroep. Ik ben echt blij dat ik dat als beroep heb kunnen doen. Ik heb 13 jaar lang voor provincie Antwerpen verhalen verteld aan kinderen en dat was fantastisch. Ik ben nu op pensioen en ik ben nog altijd verhalen aan het vertellen. Ik geef ook cursussen vertellen voor de mensen die het willen leren. Ik vind dit belangrijk want het gaat niet om woorden en zinnen uit je hoofd te leren, het gaat om beelden op te roepen bij de kinderen en te visualiseren. Als je als verteller zelf de beelden ziet, kan je die bijna projecteren in het hoofd van de luisteraars.
Werken met verbeelding vind ik daarom noodzakelijk want je moet je dingen kunnen voorstellen om ook een nieuwe wereld te kunnen creëren. Dat is een van de skills die mensen van nu nodig hebben, om met verbeelding te kunnen werken. De mensen van nu moeten zich de wereld van morgen kunnen voorstellen en daar heb je verbeeldingsrijke mensen voor nodig. Iemand die dat goed kon, was Albert Einstein destijds. Hij kon zich dingen voorstellen in zijn verbeelding. Hij kon dingen die nog nooit bedacht waren, zelf creëren en zo heeft hij fantastische theorieën neergezet. Een van zijn citaten luidt trouwens als volgt: “Als je slimme kinderen wil, lees je ze verhalen voor. Als je briljante kinderen wil, lees je ze nog meer verhalen voor”. Dit wilt zeggen dat je dankzij verhalen dat verbeelding van kinderen kan triggeren en dat is geweldig natuurlijk.